“Precies vijf maanden min vijf dagen na Dierendag. Dat was de bedoeling, want toen is de ram erbij geweest”, glundert schaapherder Michiel Poelenije van de Schaapskudde Ruinen als hij naar het pasgeboren lammetje staart.
“We verwachten de komende drieënhalve week een kleine vierhonderd lammeren.” De eerste is inmiddels verwelkomd.
Een schaap redt zich normaal gesproken prima tijdens de bevalling, vertelt Poelenije. “Het Drents heideschaap is een vrij natuurlijk ras, dus de meeste bevallingen gaan probleemloos. Maar de kooi staat vrij vol en ze moeten goed binden aan de ooi. Dus we zetten ze wel een dag of twee in het kraamhokje en dan komt het goed.”
Daarna gaan de geboren lammeren in groepshokken. Uiteindelijk loopt alles half april weer bij elkaar. “We moeten ze een beetje met beleid in groepen zetten, maar ze groeien ook heel erg snel. Over drie à vier weken is dit lammetje alweer groot.”
De Schaapskudde in Ruinen houdt de vierhonderd lammeren eerst zelf, want ze zijn nodig om te grazen. “Tot in de zomer grazen we hier op het veld met alle lammeren. In het najaar gaan de ramlammeren weg, om inteelt te voorkomen. De ooilammeren kunnen we weer gebruiken als vervanging voor de oudere schapen.”
De geboorte is strak gepland. We doen de ram er altijd bij op Dierendag, dat vinden wij grappig. Dit lam heeft zijn komst perfect getimed. Exact vijf maanden minus vijf dagen is de draagtijd en toen is-ie ook geboren. Volgens het boekje dus.”
Het ooilammetje heeft geen naam en die krijgt ze van Poelenije ook niet. “Dat is niet te doen, dan moet ik elk jaar honderden nieuwe namen verzinnen.”
Klik hier voor het complete artikel incl filmpje op de website van RTV Drenthe